In memoriam prof.dr. G. Kuypers (1921-2015)

Gijsbert Kuypers was van 1960 tot 1983 hoogleraar Politicologie aan de Faculteit Sociaal-Culturele Wetenschappen (nu: FSW). Van oorsprong opgeleid als jurist en na de Tweede Wereldoorlog korte tijd werkzaam als journalist bij het dagblad Trouw. Bij de oprichting van de faculteit in 1956 werd hij aangesteld als medewerker van de eerste hoogleraar Jelle de Jong. In die tijd promoveerde hij bij de Jong. De titel van zijn proefschrift was typerend voor de Koude Oorlog: De Russische Problematiek in het Sovjet Staatsbeeld. In 1960 werd hij benoemd tot gewoon hoogleraar Politicologie aan de VU.

Gedurende zijn lange loopbaan als hoogleraar heeft hij zich vooral beziggehouden met de ontwikkeling van een eigen visie op de politicologie als wetenschap en de uitwerking van een specifieke benadering om de relatie politiek en beleid te bestuderen, nl. de finalistische benadering. Hierbij is het doel-middel denken essentieel, waarbij uitgegaan wordt dat de doelen van overheidsbeleid allereerst door de politiek zelf bepaald worden. Vanuit deze invalshoek dient het instrumentarium voor de uitvoering ervan vorm te krijgen. Centraal staat hierbij het beleid dat ten doel heeft de ‘toekomstige vorming van de samenleving’. Het meest duidelijk kan dit teruggelezen worden in zijn Grondbegrippen van de Politiek (1973), wat nog steeds verkrijgbaar is en dat het hoofdbestanddeel vormde voor zijn colleges Politicologie.

Kuypers gaf op vernieuwende wijze college. Om de interactie tussen student en docent te bevorderen (en om de student ‘bij de les te houden’) introduceerde hij het zogeheten ‘fluisteren’. Per rij in de collegezaal moesten studenten overleggen over een vraag en dan kreeg één student per rij de gelegenheid het antwoord te geven (met behulp van een handmicrofoon met het formaat van een grote zaklantaarn). In de jaren ’70 kreeg hij wel steeds meer moeite met de (kritische) studentenbeweging (overigens hij niet alleen getuige de bezettingen elders).

Alhoewel afstandelijk was Kuypers een aimabel mens, hetgeen vooral in kleine gezelschappen bleek (zo vertelde hij dan wat hem dreef en bijvoorbeeld dat hij ervan hield nieuwe woorden uit te vinden en te introduceren; zo claimde hij het woord ’straaljager’bedacht te hebben). Ook had hij humor: bij een bezetting kwam hij het gebouw binnen om de bezetters op de bon te slingeren en ze over te leveren aan het VU Tuchtcollege. Hij schreef wat namen op (onder meer de mijne met de vraag: Keman wat is je naam). Overigens deed hij hier niets mee en verscheurde het lijstje glimlachend.

Later (ruim na mijn studietijd) nam voor hem het plezier af, vooral omdat de vernieuwingen in onderwijs en onderzoek hem in toenemende mate benauwden. De relatie staf-studenten was voor hem meer verstoord dan goed was voor de opleiding. Ook de vernieuwingen, onder meer afkomstig uit Den Haag, heeft Gijs Kuypers ervaren als een negatief teken des tijds en hij voorspelde in Trouw dat hiermee de academische vrijheid ten grave gedragen werd: voor hem het einde van de universiteit als vrijplaats.

Op het terrein van onderzoek heeft Gijs Kuypers – zoals gezegd – zich langs twee wegen geconcentreerd op de Finale Methode: ten eerste door middel van een verdere onderbouwing van deze methode met betrekking tot de toepassing ervan bij beleidsstudies en, ten tweede, de uitwerking ervan ten behoeve van de empirische analyse van overheidsbeleid. Alhoewel dit tot een aantal publicaties en rapporten heeft geleid, was de uitkomst niet zodanig dat de wereld buiten de VU overtuigd kon worden. Kuypers zelf heeft zijn benadering van Politiek & Beleid uitgebreid opgeschreven in 1980 (in 2 kloeke delen). Daarnaast, en dat was uniek voor politicologisch onderzoek in Nederland, heeft hij samen met Andries Hoogerwerf het eerste electorale onderzoek in Nederland geëntameerd in 1967. Deze voorloper van het nationale kiezersonderzoek (het NKO dat vanaf 1971 inter-universitair werd georganiseerd) stuurde 500 NIPO enquêteurs het ‘veld’ in en in 1969 werden de eerste bevindingen gerapporteerd (zie: De Nederlandse Kiezers in 1967, Amsterdam: Elsevier, 1969).

In 1983 verliet Kuypers, vrij onverwacht, de VU. Ik weet dat hij, zij het op afstand, de politicologie in het algemeen bleef volgen en vooral geïnteresseerd was wat de politicologen van de VU publiceerden. Echter, jammer genoeg was hij op latere leeftijd steeds minder in staat om naar de VU toe te komen. Wij hebben in Gijs Kuypers een toegewijdde docent en een originele wetenschapper verloren, die de Politicologie aan de VU vorm heeft gegeven.

 

Hans Keman, Emeritus Hoogleraar Politicologie aan de VU